Sony Xperia M4 Aqua - Het apparaat automatisch ontgrendelen

background image

Het apparaat automatisch ontgrendelen

Met de functie Smart Lock kunt u het apparaat eenvoudiger ontgrendelen, doordat u

kunt instellen dat het apparaat in bepaalde situaties automatisch wordt ontgrendeld. U

kunt het apparaat ontgrendeld houden als het bijvoorbeeld is verbonden met een

Bluetooth®-apparaat of als u het met u meedraagt.
Voer de volgende stappen in deze volgorde uit om het apparaat automatisch te kunnen

ontgrendelen:

Zorg dat het apparaat beschikt over een actieve internetverbinding, bij voorkeur een Wi-

Fi-verbinding om kosten voor dataverkeer te beperken.

Zorg dat alle apps worden bijgewerkt met de applicatie Play Store™. Op deze manier

bent u er zeker van dat de serviceapp Google Play™ wordt bijgewerkt. Als de serviceapp

Google Play™ up-to-date is, weet u zeker dat u beschikt over de nieuwste functies van

Smart Lock.

Schakel Smart Lock in.

Stel in wanneer het apparaat automatisch moet ontgrendelen.

De functie Smart Lock is ontwikkeld door Google™ en de precieze functionaliteit kan

veranderen vanwege updates van de kant van Google™.

De functie Smart Lock is mogelijk niet in alle markten, landen of regio's beschikbaar.

Smart Lock inschakelen

1

Zorg dat u een patroon, PIN of wachtwoord hebt ingesteld voor de

schermvergrendeling.

2

Tik in het Startscherm op .

3

Tik vervolgens op

Instellingen > Beveiliging > Trust-agents.

4

Sleep de schuifregelaar naast

Smart Lock (Google) naar rechts.

5

Tik op de pijl-terug naast

Trust-agents.

6

Tik vervolgens op

Smart Lock.

7

Voer uw patroon, PIN of wachtwoord in. Telkens als u de Smart Lock-instellingen

wilt wijzigen, moet deze schermvergrendeling worden ingevoerd.

8

Selecteer een Smart Lock-type.

Instellen wanneer het apparaat automatisch ontgrendeld moet blijven

Via de volgende instellingen van Smart Lock kunt u instellen dat het apparaat

ontgrendeld blijft:

Vertrouwde apparaten – houd het apparaat ontgrendeld als een vertrouwd Bluetooth®-

of NFC-apparaat is verbonden.

Vertrouwde plaatsen – houd het apparaat ontgrendeld als u zich op een vertrouwde

locatie bevindt.

Lichaamsdetectie – houd het apparaat ontgrendeld als u het bij u draagt.

Vertrouwd gezicht – ontgrendel de telefoon door ernaar te kijken.

Vertrouwde stem – spraakherkenning instellen om in schermen te zoeken.
Als u het apparaat gedurende vier uur na opnieuw starten niet gebruikt, moet u het

apparaat handmatig ontgrendelen.

13

Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

background image

Verbinding maken met vertrouwde Bluetooth®-apparaten

U kunt een verbonden Bluetooth®-apparaat aanmerken als een vertrouwd apparaat. Het

Xperia™-apparaat blijft dan ontgrendeld terwijl het met het andere apparaat verbonden

is. Als u regelmatig verbinding maakt met bepaalde Bluetooth®-apparaten, bijvoorbeeld

een luidspreker in de auto of een thuisbioscoop, een Bluetooth®-horloge of

fitnesstracker, kunt u deze toevoegen als vertrouwde apparaten en de extra beveiliging

van het vergrendelde scherm omzeilen om tijd te sparen. Deze functie is met name

handig als u deze apparaten normaal gesproken op een relatief veilige plek gebruikt. In

bepaalde gevallen moet u het apparaat toch handmatig ontgrendelen voordat een

vertrouwd apparaat kan worden aangesloten.

Het wordt niet aanbevolen apparaten die onafgebroken verbonden zijn met het apparaat, zoals

Bluetooth®-toetsenborden of -hoezen, aan te merken als vertrouwde apparaten.

Zodra een vertrouwd Bluetooth®-apparaat wordt uitgeschakeld of buiten bereik raakt, wordt

het scherm vergrendeld en dient u een pincode, patroon of wachtwoord in te voeren om het te

ontgrendelen.

Een vertrouwd Bluetooth®-apparaat toevoegen

1

Zorg dat het apparaat is gekoppeld en verbonden met het Bluetooth®-apparaat

dat u wilt toevoegen als vertrouwd apparaat.

2

Tik vervolgens op

Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart

Lock >Vertrouwd apparaat toevoegen > Bluetooth.

3

Tik op een apparaatnaam om dit apparaat uit de lijst met verbonden apparaten te

selecteren. In deze lijst verschijnen uitsluitend gekoppelde apparaten.

4

Afhankelijk van de beveiliging van de verbinding moet u het apparaat eventueel

handmatig ontgrendelen, voordat het vertrouwde apparaat dit kan ontgrendelen.

Een vertrouwd Bluetooth®-apparaat verwijderen

1

Tik in het Startscherm op .

2

Tik vervolgens op

Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde

apparaten.

3

Tik op het apparaat dat u wilt verwijderen.

4

Tik op

Vertrouwd apparaat verwijderen.

Zorgen dat u veilig bent bij het gebruik van vertrouwde apparaten

Verschillende Bluetooth®-apparaten ondersteunen verschillende Bluetooth®-

standaarden en beveiligingsmogelijkheden. De mogelijkheid bestaat dat iemand uw

Xperia™-apparaat ontgrendeld houdt door uw Bluetooth®-verbinding te imiteren, zelfs

als het vertrouwde apparaat niet meer in de buurt is. Het apparaat kan niet altijd bepalen

of een verbinding beveiligd is tegen imitatie.
Als het apparaat niet kan bepalen of u een beveiligde verbinding gebruikt, verschijnt op

het Xperia™-apparaat een melding en moet u het eventueel handmatig ontgrendelen,

voordat het vertrouwde apparaat het ontgrendeld kan houden.

Het verbindingsbereik van Bluetooth® is afhankelijk van factoren als het apparaatmodel, het

verbonden Bluetooth®-apparaat en de omgeving. Afhankelijk van deze factoren kunnen

Bluetooth®-verbindingen functioneren over een afstand van wel honderd meter.

Verbinding maken met vertrouwde plaatsen

Als de functie Vertrouwde plaatsen is ingesteld, wordt de beveiliging van het

vergrendelingsscherm op het Xperia™-apparaat uitgeschakeld als u zich in een

aangewezen vertrouwde locatie bevindt. Deze functie werkt alleen als u een

internetverbinding hebt (bij voorkeur via Wi-Fi) en het apparaat toestemming heeft uw

actuele locatie te gebruiken.

14

Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

background image

U stelt vertrouwde plaatsen in door eerst te controleren of op het apparaat de

locatiemodus Hoge nauwkeurigheid of de locatiemodus Energiebesparing is

ingeschakeld. Vervolgens voegt u de thuislocatie of andere locaties toe.

De exacte afmetingen van een vertrouwde locatie worden geschat en kunnen buiten de fysieke

grenzen van uw huis liggen, of ander gebieden die zijn toegevoegd als vertrouwde locaties.

Met deze functie blijft uw apparaat ontgrendeld binnen een straal van tachtig meter. Houd er

rekening mee dat locatiesignalen kunnen worden gerepliceerd of gemanipuleerd. Iemand met

toegang tot speciale apparatuur kan uw apparaat ontgrendelen.

Uw thuislocatie toevoegen

1

Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling

Grote

nauwkeurigheid of de instelling Accubesparing gebruikt.

2

Tik in het Startscherm op .

3

Tik op

Instellingen > Beveiliging > Smart Lock >Vertrouwde plaatsen >

Startscherm.

4

Tik op

Deze locatie inschakelen.

Uw thuislocatie bewerken

1

Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling

Grote

nauwkeurigheid of de instelling Accubesparing gebruikt.

2

Tik in het Startscherm op .

3

Tik vervolgens op

Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde

plaatsen.

4

Selecteer uw thuislocatie.

5

Tik op

Bewerken.

6

Voer in de zoekbalk de locatie in die u als thuislocatie wilt gebruiken.

Als op het adres waar u woont meerdere gebouwen zijn, wijkt de vertrouwde plaats die u wilt

toevoegen wellicht af van het daadwerkelijke adres. Om ervoor te zorgen dat de locatie

accuraat is, voegt u de daadwerkelijke locatie van uw woning binnen het gebouwencomplex

toe als een aangepaste plaats.

Uw thuislocatie verwijderen

1

Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling

Grote

nauwkeurigheid of de instelling Accubesparing gebruikt.

2

Tik in het Startscherm op .

3

Tik op

Instellingen > Beveiliging > Smart Lock >Vertrouwde plaatsen >

Startscherm.

4

Tik op

Deze locatie uitschakelen.

Aangepaste locaties gebruiken

U kunt elke locatie toevoegen als een vertrouwde, aangepaste plaats waar het apparaat

ontgrendeld kan blijven.

Een aangepaste plaats toevoegen

1

Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling

Grote

nauwkeurigheid of de instelling Accubesparing gebruikt.

2

Tik in het Startscherm op .

3

Tik vervolgens op

Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde

plaatsen.

4

Tik op

Vertrouwde plaats toevoegen.

5

Tik op

Deze locatie selecteren om de huidige locatie te gebruiken als een

vertrouwde, aangepaste plaats.

6

U kunt ook een andere locatie invoeren, op het vergrootglaspictogram tikken en

het adres invoeren. Het apparaat zoekt de ingevoerde locatie. U gebruikt het

gesuggereerde adres door erop te tikken.

7

U stelt de locatie nauwkeurig in door op de pijl-terug naast het adres te tikken.

Sleep vervolgens de locatienaald naar de gewenste locatie en tik op

Deze locatie

selecteren.

15

Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

background image

Een aangepaste plaats bewerken

1

Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling

Grote

nauwkeurigheid of de instelling Accubesparing gebruikt.

2

Tik in het Startscherm op .

3

Tik vervolgens op

Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde

plaatsen.

4

Tik op de plaats die u wilt bewerken.

5

Tik op

Adres bewerken.

6

Als u een andere locatie wilt invoeren, tikt u op het vergrootglaspictogram en voert

u het adres in. Het apparaat zoekt de ingevoerde locatie. U gebruikt het

gesuggereerde adres door erop te tikken.

7

U stelt de locatie nauwkeurig in door op de pijl-terug naast het adres te tikken.

Sleep vervolgens de locatienaald naar de gewenste locatie en tik op

Deze locatie

selecteren.

Een aangepaste plaats verwijderen

1

Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling

Grote

nauwkeurigheid of de instelling Accubesparing gebruikt.

2

Tik in het Startscherm op .

3

Tik vervolgens op

Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde

plaatsen.

4

Selecteer de plek die u wilt verwijderen.

5

Tik op

Verwijderen.

Het apparaat ontgrendeld houden terwijl u het bij u draagt

Met de functie Lichaamsdetectie blijft het apparaat ontgrendeld als u het meeneemt in

uw hand, broekzak of tas. Als de versnellingsmeter van het apparaat detecteert dat het

toestel wordt meegenomen, blijft het ontgrendeld. Het apparaat wordt vergrendeld als de

versnellingsmeter merkt dat het apparaat wordt neergelegd.
Let op de volgende acties als u de functie Lichaamdetectie gebruikt:

Telkens wanneer u het apparaat neerlegt en het apparaat detecteert dat het niet meer

wordt meegedragen, wordt het apparaat automatisch vergrendeld.

Het kan een minuut duren voordat het wordt vergrendeld.

Als u in een auto, bus, trein of ander voertuig stapt, kan het vijf tot tien minuten duren

voordat het apparaat wordt vergrendeld.

Let op dat als u aan boord van een vliegtuig of boot gaat (of een ander niet-landvoertuig),

het apparaat wellicht niet automatisch wordt vergrendeld. Indien nodig vergrendelt u het

apparaat handmatig.

Als u het apparaat weer oppakt of uit het voertuig stapt, ontgrendelt u het apparaat en

vervolgens blijft het ontgrendeld zolang u het bij u draagt.

De functie Lichaamsdetectie kan niet onderscheiden wie het apparaat heeft opgepakt. Als u

uw apparaat aan iemand anders geeft terwijl het is ontgrendeld met Lichaamsdetectie, blijft het

apparaat bij de andere gebruiker ontgrendeld. Vergeet niet dat Lichaamsdetectie als

beveiligingsfunctie minder veilig is dan een patroon, pincode of wachtwoord.

Lichaamsdetectie inschakelen

1

Tik in het Startscherm op .

2

Tik vervolgens op

Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Lichaamsdetectie.

3

Sleep de schuifregelaar naar de positie Aan en tik op

Doorgaan.